donderdag 17 december 2009

Verwijdering van zwangere vrouwen: einde discriminatie!


In het kader van het akkoord van 22/12/2008 over de welvaartsvastheid van de uitkeringen heeft het ABVV verkregen dat er een einde wordt gemaakt aan de discriminatie van zwangere vrouwen die van hun werkplaats verwijderd worden. Vanaf 1 januari 2010 hebben ALLE zwangere vrouwen die van hun werkplaats verwijderd zijn recht op een vergoeding van 78,237% van hun begrensde brutoloon (na aftrek van sociale bijdragen).

WAAROM MOETEN SOMMIGE ZWANGERE VROUWEN VAN HUN WERK VERWIJDERD WORDEN?

Sommige werksituaties kunnen een gezondheidsrisico vormen voor de aanstaande moeder en/of haar kind. In het Koninklijk Besluit van 02/05/1995 dat deze materie regelt werd een lijst van risico’s opgesteld. Daaronder vallen bijvoorbeeld geestelijke en lichamelijke vermoeidheid, lawaai, schokken, trillingen, verplaatsingen, bewegingen, houdingen, stralingen, scheikundige stoffen maar ook biologische invloeden zoals het cytomegalovirus, hepatitis A en B.

WELKE PROCEDURE OM TOT VERWIJDERING TE BESLISSEN?

De werkgever moet in overleg met het CPBW of bij ontstentenis met de syndicale afvaardiging een algemene en collectieve risicoanalyse uitvoeren. Als de arbeidsgeneesheer beslist dat het werk dat een zwangere werkneemster uitvoert risicovol is, dan kan de werkgever verschillende dingen doen, bijvoorbeeld:

□ de werkomstandigheden of de uurroosters aanpassen;
□ de werkneemster tijdelijk een andere functie binnen het bedrijf geven;
□ de werkneemster van het werk verwijderen als het bovenstaande niet mogelijk is.

ER BESTONDEN TWEE REGELS VOOR DE VERGOEDING!

Wanneer een zwangere werkneemster verwijderd werd, kon ze volgens twee verschillende procedures vergoed worden:

□ Sommige zwangere werkneemsters kregen een vergoeding van het Fonds voor Beroepsziekten (FBZ) van 78,237% van hun brutoloon;
□ Andere zwangere werkneemsters die niet erkend werden door het FBZ kregen van hun ziekenfonds een vergoeding van 60% van hun brutoloon.

DOOR DIE TWEE REGELS ROND DE VERGOEDING ONTSTOND EEN GROTE DISCRIMINATIE!

Dat verschil in de vergoeding – zowat 18% – afhankelijk van de erkenning door het FBZ vormde een aanzienlijke discriminatie, vooral als we de erkenningscriteria van het FBZ erbij nemen.

Als voorbeeld nemen we de situatie van het verzorgend personeel in een ziekenhuis of een rusthuis.

Een zorgkundige in een ziekenhuis die door de arbeidsgeneesheer werd verwijderd, kon automatisch door het FBZ erkend worden, want in een ziekenhuis werd het risico als permanent en groot beoordeeld.

Daarentegen moest een zorgkundige in een rusthuis die door de arbeidsgeneesheer werd verwijderd, met het oog op de erkenning door het FBZ bewijzen dat ze niet immuun was tegen bepaalde besmettingen zoals hepatitis B. Als ze dat niet kon bewijzen, verloor de zorgkundige dus 18% in de vergoeding van haar verwijderingsperiode, enkel en alleen doordat ze niet door het FBZ was erkend en ze door haar ziekenfonds werd vergoed.

We kunnen niet alle situaties van discriminatie opnoemen maar we nemen wel nog het voorbeeld van een onrechtvaardigheid die in de ziekenhuissector bestond. Het zogenaamde grote en permanente risico in een ziekenhuis werd door het FBZ immers niet voor alle werknemers toegepast. Daar waar het verwijderde (para)medische personeel van een ziekenhuis wél de dekking van het FBZ genoot, was dat niet zo voor het schoonmaakpersoneel omdat de werkgever die personeelsleden tijdelijk een andere functie kon geven.

GEDAAN MET DE ONGELIJKHEDEN VANAF 1 JANUARI 2010!

Alle vrouwen die vanaf 1 januari 2010 worden verwijderd, krijgen eenzelfde vergoeding van 78,237% van hun brutoloon. Die vergoeding zal voortaan altijd door het ziekenfonds worden betaald. Met deze opwaartse gelijkschakeling van de vergoeding komt definitief een einde aan de bestaande discriminatie.

EN VOOR DE VROUWEN DIE VÓÓR 1 JANUARI 2010 WORDEN VERWIJDERD?

Voor alle werkneemsters die tot 31/12/2009 worden verwijderd, blijft de oude regeling gelden. Om de vergoeding van 78,237% van het begrensde brutoloon te krijgen, moet je door het FBZ erkend zijn. Zoniet betaalt het ziekenfonds de vergoeding van 60% van het brutoloon uit.

MEER INFO?

Wie meer inlichtingen wenst, kan zich tot het ziekenfonds of de gewestelijke BBTK-afdeling wenden.