Begin november publiceerde de krant De Tijd een financiële doorlichting van de Vlaamse ziekenhuizen.
Wij zetten een paar zaken op een verstaanbare manier op een rijtje en
formuleren enkele kritische bedenkingen die (bewust?) achterwege gelaten werden
door dé krant van de werkgevers.
Enkele cijfers
* De Belgische overheid voorziet een jaarlijks budget van 8,5 miljard euro
voor ziekenhuisgeneeskunde voor de 11 miljoen inwoners die ons landje rijk is.
* De Vlaamse ziekenhuizen hebben samen
7 miljard
euro schulden.
* In 2017 waren er amper 553 extra
aanwervingen (uitgedrukt in
voltijdse equivalenten) Dit is vrij miniem op een totaal van 58.000 werknemers én een halvering in
vergelijking met 2016 (zie grafiek onder) Dit gaat niet noodzakelijk over
verplegend personeel maar bijvoorbeeld ook over IT’ers en juristen.
Een scheefgegroeide situatie
De basiszorg en verpleging
zijn zwaar verlieslatend voor de ziekenhuizen. De medische machines en
geneesmiddelen daarentegen brengen veel winst op. Een steekproef bij 20
ziekenhuizen gaf een totaal verlies van een kleine 80 miljoen euro op
verpleging. De machines en de pillen brachten ELK een slordige 60
miljoen euro op.
Geen “reddingsboei” meer vanwege
de overheid
De ziekenhuizen worden in de praktijk verplicht om een stevig
spaarpotje achter de hand te houden, al is het maar om vlot leningen te
verkrijgen van de banken of bijvoorbeeld voor prefinanciering van (soms
megalomane) nieuwbouw. De vroegere impliciete garantie van de overheid om
ziekenhuizen in nood bij te springen, is immers voltooid verleden tijd. De Belgische overheid vreest immers dat de EU de ziekenhuisschulden bij de Belgische staatsschuld zou
rekenen. In Nederland gingen onlangs enkele ziekenhuizen failliet: de overheid
kwam niet tussen.
Structurele
onderfinanciering
Er komen steeds meer nieuwe regels bij die extra personeel en
budget vragen; een budget dat uiteraard niet voorzien wordt door de overheid.
Een voorbeeld is de hoge kostprijs van het EPD (elektronisch patiëntendossier)
Een ander duur kostenplaatje zijn de kwaliteitslabels (accreditering door NIAZ
en JCI) Toch wel even meegeven dat dit laatste niet verplicht is.
Verouderde personeelsnormen
De huidige (gefinancierde) wettelijke minima voor de personeelsnormen op de zorgdiensten zijn
ho-pe-loos verouderd. Vandaag is de turnover van patiënten veel groter
dan vroeger door de voortschrijdende inkorting van de opnameduur. Zolang deze
gefinancierde minimumnormen niet betekenisvol verhoogd worden, blijft er een significante
onderfinanciering bestaan én komt elke maatregel
om de werkdruk te verlagen, neer op dweilen met de kraan open …
De pensioenbom onder de
hybride ziekenhuizen
Voor de openbare/hybride ziekenhuizen (zoals het ASZ in Aalst
dat zowel uit een openbare als een privécomponent bestaat) is er de zogenaamde
‘pensioenbom’ voor het statutair personeel. Dit is het gevolg van een beslissing
in Vlaanderen om niet langer
personeel in de ziekenhuizen vast te benoemen. Logischerwijze komen hierdoor de
lokale pensioenfondsen in de problemen en komt de bodem vrij snel in zicht.
Aangezien het aantal werknemers die bijdragen tot die fondsen afneemt (door de
stopzetting van de vaste benoeming) drogen die fondsen veel sneller op. Dit is alvast een mooi voorbeeld van zéér kortzichtige politiek.
En dan vergeten we natuurlijk niet de extra 100 miljoen euro
besparingen die de federale regering de ziekenhuizen heeft opgelegd.
Valse oplossingen
De prestatiegeneeskunde
in combinatie met de structurele onderfinanciering zorgt voor de beruchte overconsumptie. Die wil men in de toekomst beteugelen met een nieuwe ziekenhuisfinanciering:
DRG-financiering voor de laagvariabele zorg. Concreet betekent dit dat de
overheid de ziekenhuizen volgens een vast bedrag/gesloten enveloppe per patiëntenprofiel
zal financieren, onafhankelijk dus van hoeveel keer de patiënt “onder de
machine wordt gelegd.”
Het voorbeeld van Duitsland
In 2004 werd deze vorm van financiering ingevoerd in
Duitsland … met negatieve gevolgen voor de zorg én personeel. De concrete bedragen
van die vaste enveloppes worden immers eerder naar beneden dan naar boven
vastgelegd, wat ziekenhuizen verplicht nóg verder te besparen. In Duitsland
leidde dit tot de afschaffing van de wettelijke personeelsnormen en het
uitstoten van de ondersteunende diensten die niet direct met de zorg te maken
hebben. De ondersteunende diensten werden ondergebracht in aparte firma’s met
slechtere arbeidsvoorwaarden. We vrezen
dat via
de introductie van de ziekenhuisnetwerken en de nieuwe ziekenhuisfinanciering
ook in België een dergelijke exodus van ondersteunende diensten op gang zou
kunnen komen. We verwijzen naar het vroegere plan voor een
gemeenschappelijk logistiek platform met o.a. UZ VUB Jette dat TIJDELIJK in de
diepvriezer werd gestoken.
Anderzijds kunnen er
heel wat vraagtekens gezet worden bij de exuberante honoraria van bepaalde
categorieën artsen-specialisten …
Conclusie
Bij de verschillende hervormingen van minister De Block valt
op dat men amper oog heeft voor de arbeidsomstandigheden van het
(zorg)personeel terwijl dit toch vrij fundamenteel is. Helaas pindakaas: it’s all about the money! De invoering
van de nieuwe functieclassificatie en loonmodel IF-IC blijkt niet voor alle
geledingen van het personeel een onverdeeld succes te zijn.
Wij vrezen dat de andere
onderdelen van het federaal sociaal akkoord van 25 oktober 2017 ons onvoldoende
zullen wapenen voor de enorme uitdagingen die de komende jaren op ons afkomen
in de sector. Uiterste
waakzaamheid is geboden!
Onder vind je een vergelijkende tabel over de financiële gezondheid van de partners van het toekomstig ziekenhuisnetwerk Sint-Maria, OLV Aalst, ASZ Aalst exclusief UZ VUB (de universitaire ziekenhuizen werden niet meegenomen in de doorlichting van De Tijd)