maandag 1 februari 2016

Opleiding HBO 5 Verpleegkunde BLIJFT bestaan ondanks de tunnelvisie van de beroepsorganisaties.




De Algemene Unie van Verpleegkundigen van België (AUVB) stuurde op 8 januari een open brief aan minister Maggie De Block betreffende de hervorming van de verpleegkundige opleidingen. De inhoud en de toon van deze brief  liet de wenkbrauwen danig fronsen bij vakbondsvertegenwoordigers onder de verpleegkundigen. Een korte reactie.

De AUVB is de koepel van Belgische beroepsorganisaties van verpleegkundigen en stelt in het begin van de brief te spreken in naam van de 140.000 verpleegkundigen  die actief zijn in ons land. Laat ons toe deze boude uitspraak met een korreltje zout te nemen. De vakbonden vertegenwoordigen naast de andere beroepen in de zorgsector ook de verpleegkundigen maar in de praktijk durven de beroepsorganisaties dit ‘detail’ wel eens te vergeten …

Wij betwijfelen ten zeerste dat de visie van de AUVB op veel gejuich wordt onthaald bij de HBO5 verpleegkundigen (de vroegere A2) aangezien men deze collega’s niet langer de titel van verpleegkundige wil gunnen en men het bestaan van 2 opleidingen (bachelor en HBO 5) zelfs omschrijft als een anomalie: “[…] een opleidingssysteem dat tijdelijk diende te zijn, maar intussen al een halve eeuw bestaat.” Met allerhande internationale studies in de hand (die de link leggen tussen opleiding en de kwaliteit van de zorg) wordt de schijn gewekt dat de HBO 5 opleiding niet adequaat zou zijn. Dit vinden de vakbonden een brug te ver. Het gemeenschappelijk vakbondsfront van zowel het onderwijs als de zorgsector stelde verleden jaar dan ook 2 dossiers (*) samen om het nut van de HBO 5 te bepleiten bij de bevoegde ministers (*zowel Vlaams als federaal) In de open brief pleit de AUVB echter voor: “de invoering van één verpleegkundige titel voor de bacheloropleiding tot verpleegkundige die beantwoordt aan de Europese eisen (niveau 6 EQF),” en “invoering van één titel als gekwalificeerd intermediair die beantwoordt aan de Europese criteria van een hogere brevetopleiding (niveau 5 EQF)”

Wij vinden het een beetje ongepast dat de AUVB deze (oeroude) discussie blijft voeden terwijl zowel op Vlaams als federaal vlak in de praktijk de nodige beslissingen al genomen zijn. Er heerst op de werkvloer sowieso al de nodige nervositeit over de vele hervormingen die de zorgsector de komende jaren te wachten staat. Deze onzekerheid versterken door ‘oude koeien’ blijven op te rakelen, vinden we allesbehalve netjes.

Het gemeenschappelijk vakbondsfront langs Nederlandstalige kant heeft  afgelopen jaar, zowel voor als achter de coulissen, sterk gestreden voor het behoud van beide opleidingen en is verheugd dat de bevoegde ministers ons hierin volgen..

De situatie langs Franstalige kant is minder klaar aangezien hier de tweede opleiding gebrevetteerden aflevert (Europees niveau 4) in plaats van de gegradueerden (Europees niveau 5; vandaar “HBO 5”) langs Nederlandstalige kant.

De komende jaren is er nood aan extra verpleegkundigen, al is het maar om de collega’s die op pensioen gaan, te vervangen. Er is immers niet enkel de vergrijzing van de bevolking maar ook de leeftijdspiramide van de actieve verpleegkundigen geeft een zeer grijs beeld. Vandaag wordt 44% van de nieuwe verpleegkundigen in Vlaanderen opgeleid langs het HBO 5 filiaal. De instroom tot het beroep beperken door slechts 1 titel te behouden, de bachelor, is in de concrete context ronduit onverantwoord. De concrete noden in bijvoorbeeld de bejaardenzorg zijn niet te onderschatten. Nu komen er in België jaarlijks zo’n 2.000 bedden bij. Dat zouden er 3.500 per jaar moeten worden. Na 2024 loopt de vraag naar extra bedden zelfs op tot 6.000 à 7.000 per jaar… De personeelsbestaffing in de rusthuizen is nu al schrijnend!

Zoals eerder vermeld, verdedigen de vakbonden de belangen van de verschillende beroepen in de zorgsector en is een efficiënte en harmonieuze samenwerking tussen deze een belangrijke voorwaarde voor een kwalitatief hoogstaande zorg. De drang tot persoonlijk prestige van sommige bestuursleden van beroepsorganisaties is hierbij ongepast, zeker als men hiervoor bereid is een groot deel van de verpleegkundigen een mes in de rug te planten en te kwalificeren als “niet goed genoeg.” Beide opleidingen hebben elk hun plaats in de zorg en dat bewijzen de vele duizenden dag na dag, 24 uur op 24. Zij verdienen respect hiervoor en géén denigrerende opmerkingen, zeker niet van diegenen die beweren hen te vertegenwoordigen!